ma 24 feb.

Analyse belastingtarieven Limburgse lokale besturen 2025

  • Gemeentebesturen verleggen belastingfocus steeds vaker naar bedrijven

  • Vergelijking 2019-2025: OOV steeg in 8 gemeenten terwijl APB daalde in 8 gemeenten 

  • Vrees voor belastingstorm in 2026

Naar jaarlijkse gewoonte bevraagt VKW Limburg de Limburgse gemeentebesturen naar de wijzigingen in hun gemeentebelastingen in het nieuwe jaar. Voor 2025 zien we met het in lijn brengen van de tarieven in de 4 nieuwe fusiegemeenten en met belastingverhogingen in Genk en Kinrooi toch wel wat fiscale verschuivingen. Al vrezen de werkgevers – gezien de historiek – vooral voor een veel grotere belastingstorm voor bedrijven in 2026. Elke verhoging van de lokale belastingdruk voor bedrijven is er, gezien de economische moeilijke situatie, een te veel. 

VKW maakte voor het eerste jaar van de nieuwe legislatuur eveneens de vergelijking met 2019 om zo de belastingwijzigingen doorheen de afgelopen bestuursperiode onder de loep te nemen.

2025 is het aanvangsjaar van de nieuwe legislatuur. In dat eerste jaar zijn er – net als in 2019 – buiten de fusiegemeenten relatief weinig fiscale veranderingen. Kinrooi verhoogt als enige gemeente zowel de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) als de personenbelasting (APB). Terwijl Genk vanaf aanslagjaar 2025 een flinke verhoging van 25% doorvoert in hun reeds erg stevige oppervlaktebelasting. Stad Genk ging hierover intussen wel met de lokale ondernemers rond de tafel zitten, maar een verhoging van 25% is toch in economisch moeilijke tijden een erg bittere pil om slikken.

Wetende dat er de voorbije legislatuur vooral in het tweede jaar fiscale wijzigingen volgden, is de vrees reëel dat Limburgse ondernemers zich in 2026 aan nog meer belastingverhogingen mogen verwachten.

In 2020 – het 2e jaar van de vorige legislatuur – volgden er immers verhoogde of nieuwe belastingen in liefst 8 van de toen nog 42 Limburgse gemeenten. Die verhogingen kwamen er vooral bij de OOV, waar 8 gemeenten verhogingen in doorvoerden.

Opvallend is dat de voorbije 6 jaar tegelijkertijd liefst 8 gemeenten kozen voor een doordachte belastingverlaging in de APB. Al kwamen er in 5 van die 8 gemeenten doorheen de legislatuur ook voor bedrijven weer andere of hogere belastingen bij.

De verlaging van de algemene personenbelasting komt natuurlijk in de eerste plaats bij de burgers terecht. Gemeentebesturen denken dus duidelijk na over de impact van hun belastingen op hun kiezers. Een begrijpelijke afweging, maar er mag evenzeer verwacht worden dat er met eenzelfde bekommernis gekeken wordt naar de draagkracht van de lokale bedrijven, die zorgen voor lokale jobs. Want de APB voor burgers verlagen om dan via oppervlaktebelastingen of verhoogde OOV meer geld bij de bedrijven te halen, is allerminst duurzaam beleid richting het ondersteunen van de lokale economie.

Ruben Grauls, manager lokale netwerken VKW Limburg: “Gezien het moeilijke economische klimaat waarin bedrijven zich vandaag bevinden, staan ondernemers huiverachtig tegenover nieuwe of verhoogde belastingen. Koken kost geld en vanuit VKW begrijpen we dat lokale besturen moeten kijken waar ze hun inkomsten vandaan halen. Toch kan er niet enkel naar de bedrijven gekeken worden om financiële gaten in de begrotingen op te vullen. De citroen is al danig uitgeperst en onze lokale economie heeft nu extra steun nodig in plaats van extra belastingdruk.”

Veel gemeentebesturen zullen komend jaar hun belastingreglementen herzien en de kans op een grote impact op ondernemers lijkt reëel.

Vanuit VKW Limburg roepen wij lokale besturen op om in deze tijden van ook federale besparingen met een kritisch oog te kijken naar de eigen uitgaven de komende jaren en al zeker naar de financiering daarvan. Men zal ook zelf de knip op de beurs moeten zetten waar nodig.

“Hoe dan ook is het van belang om lokale ondernemers open en tijdig te informeren over welke plannen het gemeentebestuur heeft. Zodanig dat zij zich minstens gehoord voelen, inzicht krijgen en betrokken worden in waar een gemeente de komende 6 jaar naartoe wil. Mits dialoog, overleg en een duidelijke visie kan een ongeremde belastingstorm in 2026 zo hopelijk uitblijven!”, aldus nog Ruben Grauls van VKW.

Nog enkele opvallende conclusies uit de bevraging:

  • De 4 fusiegemeenten kiezen voor verschillende en tegengestelde manieren om de belastingtarieven op elkaar af te stemmen:
    • Borgloon en Kortessem krijgen door de fusie een lagere OOV en APB
    • Ham en Hoeselt trekken de OOV omhoog naar het niveau van Tessenderlo en Bilzen
    • Tessenderlo en Ham houden hun oude drijfkrachtbelasting en oppervlaktebelasting in 2025 nog apart aan voor beide deelgemeenten. In 2026 wordt dit herbekeken.
    • Hoeseltse bedrijven krijgen er door de fusie een extra oppervlaktebelasting bij
  • 19 gemeenten voerden sinds 2019 een pylonenbelasting in
  • 7 gemeenten schaften sinds 2019 de archaïsche drijfkrachtbelasting af.

De uitgebreidere resultaten van de bevraging zijn – per belasting – terug te vinden in de analyse van het volledige persbericht.

Download het volledige persbericht hier.