Tessenderlo-Ham is na Hasselt en Genk de derde economische gemeente van Limburg, met 38 van de 500 grootste Limburgse bedrijven in de VKW TOP500 (op basis van omzet). Na de fusie stond de gemeente voor de opdracht om de bestaande bedrijfsbelastingen van Tessenderlo en Ham op elkaar af te stemmen. In Ham gold reeds een oppervlaktebelasting van 0,28 euro per m². In Tessenderlo was daarentegen nog een verouderde en administratief complexe drijfkracht- of motorenbelasting van kracht.
De gemeente besliste nu om die motorenbelasting af te schaffen en een uniforme oppervlaktebelasting in te voeren. Voor Vlarem Klasse 1-bedrijven – de grote industriële spelers – wordt echter een tarief van 0,7 euro per m² toegepast, ruim 2,5 keer het basistarief.
“Een harmonisatie van belastingreglementen is nooit eenvoudig,” zegt Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg. “Er zijn altijd winnaars en verliezers. We zijn wel tevreden dat Tessenderlo-Ham de gelegenheid aangreep om de motorenbelasting definitief af te schaffen. Dat is een achterhaald instrument dat specifiek productiebedrijven viseert en in veel Limburgse gemeenten al jaren verdwenen is. Productiebedrijven vormen de ruggengraat van onze economie en ondersteunen tal van kmo’s in hun waardeketen.”
Tegelijk stelt VKW Limburg vast dat sommige gemeenten de afschaffing van de motorenbelasting compenseren door hogere oppervlaktebelastingen, terwijl anderen er bewust voor kozen om hun industriële basis te ondersteunen door deze lasten volledig te schrappen. “Wat hier gebeurt, is dat net de grootste industriële bedrijven extra worden belast,” aldus Lemmens. “Dat is een keuze die we eerder zagen in Beringen, waar het aantal TOP500-bedrijven de voorbije vier jaar overigens daalde van 41 naar 32.”
Voor de Klasse 1-bedrijven in Ham betekent de maatregel in elk geval een forse belastingverhoging. Voor bedrijven in Tessenderlo hangt de impact af van hun vroegere motorenbelasting en de omvang van hun site. VKW Limburg kent inmiddels meerdere dossiers waarbij de belastingfactuur verdubbelt of zelfs verviervoudigt. “Dat soort stijgingen blijft niet zonder gevolgen voor investeringsbeslissingen en lokale verankering,” waarschuwt de organisatie.
Tot slot hekelt VKW Limburg het gebrek aan voorafgaand overleg met de lokale ondernemingsclub en de werkgeversorganisatie. “We begrijpen dat gemeenten hun begroting op orde moeten houden, maar dat mag niet door een beperkte groep bedrijven disproportioneel te belasten,” besluit Lemmens. VKW Limburg roept het gemeentebestuur dan ook op om de beslissing voorlopig on hold te zetten en snel in overleg te gaan met de betrokken bedrijven over het tarief, de berekeningsbasis van de oppervlakte en een mogelijk maximumplafond.