di 04 jul.

Limburgs ondernemersvertrouwen geraakt niet in zomerweermodus

POL zet stap terug: -5,1

  • Positieve verwachtingen geraken niet ingelost
  • Terugval omzet en investeringen verwacht in komend kwartaal
  • Sentiment in productie en detailhandel zwaar negatief
  • Groothandel versterkt koppositie, maar tempert vooruitzichten ook
  • Sterkste daling vertrouwen bij grote bedrijven (> 100 werknemers)

Na twee kwartalen met een stijging, zet het Limburgs ondernemersvertrouwen weer een stap terug. Dat blijkt uit de Polsslag Ondernemend Limburg (POL), de bevraging waarmee UNIZO Limburg en VKW Limburg ieder kwartaal peilen naar het aanvoelen bij de Limburgse ondernemers over de economische gang van zaken. De POL daalt in juli 2023 naar -5,1, komend van -0,8 in april.




Het voorbije kwartaal kon met een negatieve evaluatie de licht positieve verwachtingen van drie maanden geleden niet inlossen. Ook voor het komende derde kwartaal gaan de vooruitzichten terug naar af.

De dalingen worden in beide kwartalen beïnvloed door andere indicatoren: in het voorbije kwartaal zien we dat het licht positieve cijfer voor investeringen en tewerkstelling afnam en voor export zelf negatief werd, terwijl de omzet wel in de lift zat. Voor het komende kwartaal wordt dan weer een daling van het cijfer voor de omzet en de investeringen verwacht. Enkel de winstmarge evolueert in beide kwartalen enigszins in positieve richting, maar blijft zwaar negatief noteren.

Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: Wat we al een hele tijd aankaarten, maar beleidsmatig al te vaak in dovemans oren valt, zien we in deze nieuwste POL-cijfers gereflecteerd. Velen hebben vandaag de perceptie dat het allemaal zo slecht nog niet gaat. Maar de sterk toegenomen koopkracht en stand houdende consumptie verdoezelen het echte beeld. Namelijk dat onze maakindustrie en internationaal actieve bedrijven het moeilijk hebben. Meer nog dan anderen zijn zij rechtstreeks afhankelijk van de concurrentiekracht van onze economie. Ondanks een significante daling, blijven de energieprijzen in vergelijking met buitenlandse concurrenten nog dubbel zo hoog. Met daarbovenop de door de zware loonindexeringen éxtra opgebouwde kostenhandicap van 5 à 6%, weegt dit enorm zwaar voor die bedrijven die normaal, in wisselwerking met onze sterke KMO’s, de drijvende kracht zijn van onze economie. Dit vreet aan het vertrouwen.

Geen zware schok, maar een sluipend gif. Wat zich duidelijk uit in een haperende export. Maar ook in erg tegenvallende investeringscijfers. Een grote bekommernis: in de internationale hoofdkwartieren staan we steeds minder – laat staan bovenaan - op het lijstje van interessante investeringsregio’s. Iets waarvan het desastreuze effect maar geleidelijk aan zichtbaar zal worden. Het was misschien nog niet zo erg moesten we kunnen rekenen op een gericht beleid dat paard voor kar spant, concurrentiekracht voor koopkracht. En dat dus nu voluit die eerste kaart zou trekken, op vlak van energie, loonkosten en arbeidsmarkt. Deze POL biedt alvast kaars en bril.

Het volledige persbericht kan je hier downloaden.