vr 06 dec.

Maakindustrie enkel te redden door concurrentiekompas

Reactie VKW op de aangekondigde sluiting van Sleeping Solutions Production in Genk: Maakindustrie enkel te redden door concurrentiekompas

Na het eerdere faillissement van meubelfabrikant Recor in Hasselt, legt nu ook de productievestiging voor matrassen Sleeping Solutions Production in Genk de boeken neer. Daarmee zou de laatste productie voor de Recor Group uit ons land verdwijnen. “Productie in België is niet meer rendabel”, aldus de ondernemer-eigenaar. 

Deze waarschijnlijke sluiting van de laatste productievestiging van de Recor Group in ons land is pijnlijk voor het bedrijf en de nu getroffen medewerkers, maar is eens te meer kenschetsend voor onze grote ongerustheid over de toekomst en het voortbestaan van de maakindustrie in onze regio. 

Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: “Deze aangekondigde sluiting is helaas in lijn met datgene waarvoor we al een hele tijd waarschuwen: namelijk het steeds moeilijker worden voor de industrie in ons land om zich te handhaven.  Er kan geen twijfel meer over bestaan : onze maakbedrijven kunnen enkel overeind blijven als we ze ondersteunen en de concurrentiepositie van onze internationaal opererende bedrijven versterken.”

Het soortelijk gewicht van de  maakbedrijven in de totale Limburgse economie bedroeg twintig jaar geleden nog 30%. We waren toen veruit de meest industriële provincie van Vlaanderen. De daling van het aandeel van de industrie was algemeen, maar vandaag is Limburg de op één na minst industriële provincie geworden. Met nog amper 18% zitten we onder de kritische drempel. Zorgwekkend. Want onze maakbedrijven zijn nog altijd het hart én de longen van onze economie. En met meer dan de helft van de bedrijfsuitgaven aan onderzoek & ontwikkeling ook de grootste motor van innovatie.

De problemen zijn gekend: structureel ontsporende loonkosten (+ 26% op vier jaar tijd), een steeds moeilijker vergunningenkader met als gevolg een bijhorende rechtsonzekerheid, energiekosten die systematisch hoger zijn en blijven dan in onze omringende regio’s en steeds bijkomende administratieve lasten. We kunnen onze industrie in deze huidige vorm hier niet houden in de toekomst. In de landen rondom ons hebben ze dat al beter begrepen en werd er actief ingegrepen.  

Ruben Lemmens: “ Zonder snel en drastisch ingrijpen zitten er nog meer en nog grotere malheures aan te komen. We ontvangen vanuit onze leden steeds meer alarmsignalen. We kijken uit naar het initiatief dat de Europese Commissie aankondigde om op korte termijn competitiviteit centraal te stellen in het Europese beleid door middel van een concurrentiekompas. De energiekost moet omlaag,  rapportageverplichtingen genormaliseerd, maar nog meer moeten we in ons eigen land spijkers met koppen slaan en taboes eindelijk doorbreken: sterk lagere tarieven voor energie-intensieve bedrijven, flexibilisering en duidelijk lagere arbeidskosten, waarbij we er zéker niet omheen kunnen om de loonindex minstens te hervormen. Iedere dag geen sterker industriebeleid betekent een verdere afkalving van de basis van onze economie die onze maakindustrie is én van jobs in de industrie."  

De oproep aan onze beleidsmakers, zeker ook de federale die nu stilaan hopelijk gaan landen, kan dan ook niet luid genoeg weerklinken: maak eindelijk gedurfde keuzes en focus op een aantal speerpunten en pak die daadwerkelijk en zonder taboes aan, waarbij komaf wordt gemaakt met een aantal heilige huisjes. Eindelijk fundamenteel hervormen dus, of we zullen nog veel van onze maakindustrie zien verdwijnen. Koers zetten op basis van een helder en efficiënt concurrentiekompas is de boodschap.