Het ondernemersvertrouwen in Limburg in oktober verbetert lichtjes ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat blijkt uit de Polsslag Ondernemend Limburg (POL), de bevraging waarmee UNIZO Limburg en VKW Limburg ieder kwartaal peilen naar het aanvoelen bij de Limburgse ondernemers over de economische gang van zaken. Hoewel het sentiment verbetert, blijft de POL voorlopig wel nipt negatief.
De evaluatie van het voorbije kwartaal was alvast iets beter dan drie maanden geleden verwacht werd. De omzet zette vorig kwartaal een stap terug, terwijl er op het vlak van tewerkstelling, investeringen weinig bewoog en ook export bleef haperen. Voor het komende vierde kwartaal flirten de vooruitzichten met de nullijn. De prognoses voor de tewerkstelling, omzet, export gaan erop vooruit, enkel de investeringen dalen. De winstmarges evolueren in beide kwartalen in positieve richting, maar blijven negatief noteren.
Een analyse van de POL-cijfers volgens sector toont aan dat vooral de productiesector in een zorgwekkende positie op de laatste plaats zit. In zowel het voorbije als het volgende kwartaal zijn alle indicatoren negatief. Ook in de detailhandel blijft het sentiment in beide kwartalen duidelijk negatief, maar de sector is niet langer hekkensluiter. De groothandel kent als enige sector een terugval en een dalende winstmarge en moet zo de koppositie overlaten aan de dienstensector, die als enige sector in beide kwartalen in de positieve cijfers zit.
De bouwsector is in beide kwartalen opnieuw de middenmoter.
Kijken we naar de grootte van de bedrijven, dan zien we dat het sentiment bij de grote bedrijven met meer dan 100 werknemers weer verbetert na de sterke terugval vorig kwartaal. Zowat alle grootteklassen gaan erop vooruit, met uitzondering van de KMO’s tussen 50 en 100 werknemers en de kleine bedrijven tussen 5 en 10 werknemers.
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg:
“Kop in de wind blijven onze Limburgse bedrijven doorgaan, ondanks de tegenkantingen die zwaar blijven doorwegen. De recent sterk opgelopen kosten kunnen steeds minder doorgerekend worden. De export raakt duidelijk niet terug op toerental. Op internationaal vlak verliezen onze bedrijven zichtbaar aan concurrentiekracht. Deze elementen uiten zich in opvallende verschillen tussen de POL-sectoren. De maakbedrijven nemen vaak onze hele economie mee op sleeptouw. Maar vandaag even niet... Nergens wordt de tegenwind vandaag immers sterker gevoeld, ondertussen al meer dan een jaar. Iets wat we in de 17-jarige geschiedenis van de POL enkel nog maar zagen - en dan nog heel kort - tijdens de diepste dalmomenten. Dit is zeer zorgwekkend. De maakbedrijven blijven het hart en de longen van onze economie. Goed voor meer dan de helft van alle uitgaven in O&O. De drijvende kracht achter innovatie.
Net zoals ook inzake duurzaamheid van de industrie wordt verwacht dat ze de weg vooroploopt. Hoog tijd dan ook om een sterk en prominent industrieel beleid in stelling te brengen. Een beleid dat voluit inzet op kostencompetitiviteit, eenvoudige regels en een flexibele en actieve arbeidsmarkt. En bovenal: rechtszekerheid. Dat moet de eenvoudige, maar zeer duidelijke focus zijn voor de actie die nù nodig is. Nu, niet ergens na de verkiezingen.”