di 02 jul.

Limburgs ondernemersvertrouwen stijgt, maar blijft negatief. POL juni 2024: -4,5

  • Dienstensector als enige positief gestemd, groot- en kleinhandel zwaar negatief
  • Productiesector maakt sterkste inhaalbeweging 
  • Positieve tewerkstellingsprognose, vooral in groothandel, diensten en bouw
  • Investeringsintenties blijven haperen 
  • KMO’s (20-100 wn) en grootste bedrijven (>250 wn) meest optimistisch
  • Kleine bedrijven blijven het moeilijk hebben

Oproep UNIZO en VKW Limburg:

“Voor ondernemers is er geen tijd te verliezen. We hebben nood aan krachtige regeringen op Europees, federaal en Vlaams niveau die een kordaat beleid voeren en krachten bundelen om de werkkracht van ons land te vrijwaren en te versterken.”

Bij de start van de zomer groeit het ondernemersvertrouwen in Limburg, maar blijft het wel negatief. Dat blijkt uit de Polsslag Ondernemend Limburg (POL), de bevraging waarmee UNIZO Limburg en VKW Limburg ieder kwartaal polsen naar het aanvoelen bij de Limburgse ondernemers over de economische gang van zaken. 

Na 2 dalingen op rij zet de POL in juli 2024 weer een voorzichtige stap vooruit, van -7,1 naar -4,5. Ondanks de stijging is dit al het negende opeenvolgende kwartaal op rij dat de POL negatief rood kleurt. De negatief gestemde ondernemers behouden dus vooralsnog een lichte meerderheid. Met een evaluatiescore van -6,4 scoorde het tweede kwartaal van 2024 gelukkig wel al heel wat beter dan de zware -11,2 van het eerste kwartaal. Ook de vooruitzichten voor het komende kwartaal gaan verder vooruit, naar -2,6. 

INDICATOREN

De stijging in het voorbije kwartaal is toe te schrijven aan de gunstige evoluties van vier van de vijf POL-indicatoren. De omzet, investeringen en de winstmarge stijgen maar blijven negatief, de export is de sterkste stijger en springt als eerste in het voorbije kwartaal over de nullijn (van -9,7 naar +1,7).

De tewerkstelling evolueerde als enige indicator negatief in het afgelopen kwartaal, maar maakt in het komende kwartaal de grootste sprong voorwaarts: naar +10,2. Concreet betekent dit dat er 23,7% Limburgse ondernemers verwachten in het komende kwartaal qua tewerkstelling te zullen groeien, daar waar 13,5% verwacht het met minder personeel te gaan moeten/willen doen. Ook de prognoses qua export (verder door naar +4,5), winstmarge en export gaan verder vooruit. Verontrustend is evenwel dat de vooruitzichten inzake investeringen voor het komende kwartaal niét verder heropleven, maar na de stijging in het voorbije kwartaal terug zakken naar -6,4. De investeringsprognose is daarmee de enige daler in het komende kwartaal.

NAAR SECTOR

Een analyse van de POL-cijfers volgens sector leert dat de dienstensector als enige voor beide kwartalen positieve cijfers kan voorleggen. De productiesector maakt in vergelijking met de voorbije 2 kwartalen een serieuze inhaalbeweging, maar blijft globaal licht negatief. Zeker nog geen algemene hoerastemming in de productie, maar wel een duidelijke verbetering ten opzichte van het begin van dit jaar. Ook de bouwsector krabbelt wat recht, maar blijft een negatieve middenmoter. De detailhandel krijgt als hekkensluiter gezelschap van de groothandel, waar het voorbije kwartaal dramatisch geëvalueerd werd. De groothandel blikt wel wat minder negatief vooruit, dankzij een hoge tewerkstellingsprognose. Ook in de dienstensector en de bouw worden het komende kwartaal jobs gecreëerd.

NAAR BEDRIJFSGROOTTE

Gekeken naar grootteklasse, zien we bij de grote bedrijven 2 snelheden. De grootste bedrijven (>250 wn.) herpakken zich duidelijk na het sterk negatieve sentiment uit Q1 en kijken vol vertrouwen naar de zomer. Een ander beeld echter bij hun collega’s met 100 tot 249 werknemers: in het voorbije kwartaal verbeterden de cijfers, maar vooruitblikkend naar het derde kwartaal gaan zowat alle indicatoren terug de diepvries in.

De KMO’s met 20-49 en met 50-99 werknemers doen het op hun beurt dan weer beter, waarbij vooral de positieve prognose voor het komende kwartaal opvalt. De KMO-groep met 20-49 werknemers is het meest optimistisch van alle grootteklassen.

De kleine bedrijven blijven met minder dan 20 werknemers blijven dan weer in beide kwartalen met negatieve cijfers zitten. Voor de kleinste bedrijven met minder dan 5 werknemers is dat het meest uitgesproken: ondanks een sterke remonte van Q1 naar Q2, zet deze grootteklasse de laagste score neer. In het komende kwartaal is er geen verbetering te verwachten.

OPROEP

Ruben Lemmens en Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurders VKW en UNIZO Limburg:

“De verkiezingen en het bijhorende politieke theater liggen intussen ruim een maand achter ons. Wat we nu dringend nodig hebben, is een krachtig beleid. De uitdagingen waar ons land en onze ondernemingen mee te kampen hebben zijn bekend: van de belastingdruk en ons loonvormingsmodel, concurrentiekracht, meer activering en flexibilisering op de arbeidsmarkt, over ruimte en mobiliteit, de toekomst van onze sociale zekerheid, de ontspoorde begroting, de nood aan administratieve vereenvoudiging tot en met een groene en digitale transitie. Die problemen zijn reëel, en we hebben de voorbije jaren ook voldoende mogelijke en realistische oplossingen op tafel gelegd.

We hebben krachtige regeringen nodig op Europees, federaal en Vlaams niveau. Regeringen die kordaat beleid durven voeren en die in staat zijn de krachten te bundelen om de productiviteit van ons land te vrijwaren en te versterken. Samenwerking over politieke partijgrenzen heen is hierin essentieel om een effectief en efficiënt ondernemersklimaat te scheppen. Onze verkozen vertegenwoordigers moeten nu de handen ineenslaan en de behoeften van ondernemers vertalen naar concreet beleid. Vanuit UNIZO en VKW Limburg vinden we een constructieve samenwerking tussen politiek en het bedrijfsleven erg belangrijk. Alleen door samen te werken kunnen we de hervormingen realiseren die ondernemers ondersteunen en versterken.

Voor onze ondernemers is alvast geen tijd te verliezen. De pijnpunten en behoeften zijn bekend; het komt er nu op aan om een snel en doelgericht economisch beleid te implementeren. Ondernemers zijn namelijk de motor van onze economie. Zij zorgen voor innovatie, werkgelegenheid en welvaart.”

Het volledige persbericht kan je hier downloaden.