Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: “Ondanks de grote veerkracht en doorgedreven inzet van onze ondernemers en bedrijven, slagen we er na de schok van de energie- en daaruit volgende inflatiecrisis in 2022, maar niet in om uit echt uit het dal te kruipen. Voor het eerst zien we bij de POL al een jaar lang geen echte tendens, maar blijven we steken op een relatief laag en negatief niveau. Zoals bij de Processie van Echternach: telkens het wat beter gaat volgt weer een terugslag, waardoor het afgelopen kwartaal zelfs het minst goede was van het hele jaar 2023. Tegelijk zien we dat traditionele koptrekkers als middelgrote KMO’s, productiebedrijven en zelfs de groothandel het moelijker heeft, zonder veel uitzicht op verbetering. Bovendien geven bedrijven aan nog eerder te knippen in hun investeringen dan in personeel. Vraag die zich hierbij stelt is hoe lang dit houdbaar is voor de sterkhouders van vandaag, de dienstensector en de bouw, met elk ook hun eigen uitdagingen. Dat we zo lang op een relatief laag niveau blijven hangen, duidt er vooral op dat er echt wel iets fundamenteel fout zit met onze concurrentiekracht.”
Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder UNIZO Limburg: “Dringende actie is nodig. Heel wat recepten voor een fundamentele wake-up call van onze concurrentiekracht zijn nochtans gekend. Op Europees vlak kan het pas gestarte voorzitterschap van ons land hopelijk een basis leggen om te komen tot een concurrentieel beleid. We pleiten alvast voor een competitiviteitstest die consequent de impact van nieuwe Europese wetgeving inschat – zeker qua rapporteringsverplichtingen. In eigen land hopen we dat de realiteit van de verkiezingen niet zal leiden tot nog meer standstill dan anders. Een cruciale wens die ook al jaren op onze beider nieuwjaarsbrief staat, is een hervorming van de automatische loonindexering En daarvoor moeten we niet langer wachten tot morgen met wat we vandaag kunnen doen.”
Ruben en Bart: “Zou het niet, zowel voor het klimaat als voor onze economie, duurzamer zijn om alle fossiele brandstoffen te weren uit de indexberekening. Dit heeft een matigend effect op de loonontwikkeling tijdens een energieschok en spoort bovendien volledig met het beleid om het verbruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Sowieso pleiten we er voor om de methodologie van het opmeten van energie-inflatie accurater te maken. En dit door rekening te houden met bestaande elektriciteitscontracten en dus niet alleen met de nieuwe contracten zoals tot nog toe het geval is. Want die serieuze weeffout leidde tot een grote overschatting die er blijvend toe leidt dat onze bedrijven nóg een stuk sneller hogere lonen moeten betalen dan hun buitenlandse concurrenten dan door het effect van de automatische loonindexering sowieso al het geval is. Laten we stoppen met onszelf in de voet te schieten. Zoiets kan en moet onmiddellijk rechtgezet worden.”