De voorgestelde wijzigingen beperken de CSRD-verplichtingen tot grote bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers, een omzet van €50 miljoen en/of een balanstotaal van €25 miljoen. Hierdoor zou 80% van de bedrijven buiten de verplichting vallen. Dit betekent minder administratieve last voor middelgrote en kleinere bedrijven, maar roept ook vragen op over hoe duurzaamheid in de waardeketen bewaakt blijft.
Ann Reulens van de UCLL: “Veel bedrijven die op 1 januari 2026 voor het eerst onder CSRD moeten rapporteren, zitten terecht met de handen in het haar: hoe nu verder? Bedrijven staan voor de uitdaging om te kiezen tussen een overmatige voorbereiding of juist te weinig voorbereiding voor wat er op hun pad komt. Momenteel heeft nog niemand een sluitend antwoord. Bovendien is de Omnibus nog niet in de Belgische wetgeving opgenomen, en is het op dit moment niet duidelijk of deze tijdig zal worden geïmplementeerd.”
Wat verandert er concreet?
1. Focus op financiële materialiteit
Het principe van dubbele materialiteit – waarbij bedrijven zowel de impact van hun activiteiten op mens en milieu als de financiële impact van duurzaamheid rapporteren – blijft behouden. Maar de nadruk verschuift naar financiële materialiteit, zodat investeerders en financiële instellingen de ESG-informatie krijgen die zij nodig hebben. Dit betekent een sterke vereenvoudiging van de rapportagestandaarden (ESRS), waarbij vooral kwantitatieve data belangrijker worden.
2. Geen onderscheid meer tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven
Alle bedrijven die onder de CSRD vallen, moeten dezelfde rapportagestandaarden volgen, ongeacht of ze beursgenoteerd zijn of niet. Dit vermindert complexiteit en zorgt voor een gelijk speelveld.
3. Beperkte zorgplicht in de waardeketen (CSDDD)
De zorgplicht van bedrijven voor duurzame en ethische handelspraktijken wordt beperkt tot directe zakenpartners (tier 1), behalve in uitzonderlijke gevallen. Dit betekent dat bedrijven niet verplicht zijn om diep in hun keten onderzoek te doen naar schendingen van mensenrechten en milieunormen. Veel experts zien dit als een gemiste kans, aangezien de grootste risico’s vaak verder in de keten liggen.
4. ‘Value Chain Cap’: minder dataverzameling bij kleinere bedrijven
Een andere grote verandering is de beperking van de gegevensverplichting in de waardeketen. Grote bedrijven kunnen minder data opvragen van kleinere toeleveranciers, wat de administratieve druk op kmo’s vermindert. Tegelijkertijd kan dit voor grotere bedrijven een uitdaging vormen om een volledig beeld te krijgen van hun duurzaamheidsimpact.