di 11 mrt.

EU vereenvoudigt duurzaamheidsrapportage: Wat betekent het Omnibus-voorstel voor jouw bedrijf?

De Europese Unie herziet haar duurzaamheidsregels met het Omnibus-voorstel, een pakket aanpassingen dat de rapportageverplichtingen van bedrijven aanzienlijk vereenvoudigt. Een van de belangrijkste kritiekpunten op de oorspronkelijke CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), en CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive)-regelgevingen was de verwachte hoge administratieve last (en bijhorende kosten) voor KMO’s. De Omnibus-regelgeving stelt belangrijke wijzigingen voor die deze last zouden verlichten.

De voorgestelde wijzigingen beperken de CSRD-verplichtingen tot grote bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers, een omzet van €50 miljoen en/of een balanstotaal van €25 miljoen. Hierdoor zou 80% van de bedrijven buiten de verplichting vallen. Dit betekent minder administratieve last voor middelgrote en kleinere bedrijven, maar roept ook vragen op over hoe duurzaamheid in de waardeketen bewaakt blijft.

Ann Reulens van de UCLL: “Veel bedrijven die op 1 januari 2026 voor het eerst onder CSRD moeten rapporteren, zitten terecht met de handen in het haar: hoe nu verder? Bedrijven staan voor de uitdaging om te kiezen tussen een overmatige voorbereiding of juist te weinig voorbereiding voor wat er op hun pad komt. Momenteel heeft nog niemand een sluitend antwoord. Bovendien is de Omnibus nog niet in de Belgische wetgeving opgenomen, en is het op dit moment niet duidelijk of deze tijdig zal worden geïmplementeerd.

Wat verandert er concreet?

1. Focus op financiële materialiteit

Het principe van dubbele materialiteit – waarbij bedrijven zowel de impact van hun activiteiten op mens en milieu als de financiële impact van duurzaamheid rapporteren – blijft behouden. Maar de nadruk verschuift naar financiële materialiteit, zodat investeerders en financiële instellingen de ESG-informatie krijgen die zij nodig hebben. Dit betekent een sterke vereenvoudiging van de rapportagestandaarden (ESRS), waarbij vooral kwantitatieve data belangrijker worden.

2. Geen onderscheid meer tussen beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven

Alle bedrijven die onder de CSRD vallen, moeten dezelfde rapportagestandaarden volgen, ongeacht of ze beursgenoteerd zijn of niet. Dit vermindert complexiteit en zorgt voor een gelijk speelveld.

3. Beperkte zorgplicht in de waardeketen (CSDDD)

De zorgplicht van bedrijven voor duurzame en ethische handelspraktijken wordt beperkt tot directe zakenpartners (tier 1), behalve in uitzonderlijke gevallen. Dit betekent dat bedrijven niet verplicht zijn om diep in hun keten onderzoek te doen naar schendingen van mensenrechten en milieunormen. Veel experts zien dit als een gemiste kans, aangezien de grootste risico’s vaak verder in de keten liggen.

4. ‘Value Chain Cap’: minder dataverzameling bij kleinere bedrijven

Een andere grote verandering is de beperking van de gegevensverplichting in de waardeketen. Grote bedrijven kunnen minder data opvragen van kleinere toeleveranciers, wat de administratieve druk op kmo’s vermindert. Tegelijkertijd kan dit voor grotere bedrijven een uitdaging vormen om een volledig beeld te krijgen van hun duurzaamheidsimpact.

Wat betekent dit voor jouw bedrijf?

1. Kleine bedrijven (<250 medewerkers)

Voorlopig vallen kleinere ondernemingen waarschijnlijk buiten de CSRD-verplichtingen. Toch blijft het zinvol om een ESG-strategie te behouden, want klanten en investeerders blijven belang hechten aan duurzaamheidsinformatie. Een impactanalyse kan helpen om risico’s en kansen in kaart te brengen en een minimale ESG-rapportage voor stakeholders te waarborgen. 

Hoewel niet wettelijk verplicht, kunnen deze bedrijven best ook de VSME-standaard blijven volgen om aan de datavragen van (grotere) klanten en andere stakeholders tegemoet te komen. VSME staat voor 'Voluntary Sustainability Reporting Standard for Micro and Small Enterprises' en is een set richtlijnen van EFRAG om KMO's te helpen vrijwillig dergelijke vereenvoudigde en meest relevante duurzaamheidsinformatie te gaan rapporteren en te vermijden dat ze gevraagd worden allerhande verschillende vragenlijsten in te vullen. Grote bedrijven mogen wettelijk niet meer informatie opvragen dan die binnen de gestandaardiseerde VSME-modules.

2. Middelgrote bedrijven (250-1.000 medewerkers)

Voor deze groep is de situatie nog onzeker, omdat politieke ontwikkelingen de uiteindelijke regelgeving kunnen beïnvloeden. Daarom is het raadzaam om de CSRD-voorbereidingen voort te zetten, met focus op:
✔️ Dubbele materialiteitsanalyse: welke ESG-factoren zijn financieel en maatschappelijk relevant?
✔️ Due diligence-processen: in kaart brengen van ESG-risico’s binnen de keten.
✔️ Financiële impact-analyse: hoe beïnvloeden ESG-factoren het businessmodel?

3. Grote bedrijven (>1.000 medewerkers)

Voor deze bedrijven blijft de CSRD van kracht, ongeacht de uiteindelijke wetgeving. Belangrijke aandachtspunten zijn:
✔️ Datahuishouding optimaliseren: eerdere rapportages analyseren en hiaten dichten.
✔️ Interne processen stroomlijnen: ESG-informatie integreren in strategische besluitvorming.
✔️ Voorbereiding op de CSDDD en EU Taxonomie: duurzaamheidsverplichtingen in de hele organisatie verankeren.

Beyond compliance: denken voorbij regelgeving

Hoewel het Omnibus-voorstel nog in de wetgevingsfase zit, toont de EU een duidelijke verschuiving in haar aanpak: van complexe rapportage naar een meer pragmatische focus op groene investeringen. Tegen de zomer worden twee belangrijke beslissingen verwacht:

  1. Goedkeuring van het Omnibus-voorstel door het Europees Parlement en de Raad.
  2. Een gedelegeerde handeling die gedetailleerde regels en technische vereisten van de nieuwe ESRS2 bepaalt.

Bedrijven doen er goed aan om nu al strategische keuzes te maken. Waarom rapporteren? Is het enkel om aan de wet te voldoen, of als onderdeel van een bredere strategie om risico’s te beperken en concurrentievoordeel te behalen?

Hoe dan ook, ESG blijft een cruciaal thema in de bedrijfswereld. Het is nu het moment om proactief na te denken over een toekomstbestendige duurzaamheidsstrategie.